We zijn door de AFM op de vingers getikt omdat we u als individuele (oud) deelnemer aan ons fonds niet voldoende actief hebben geïnformeerd over de overwegingen én over de gevolgen van het besluit tot het verhogen van de pensioenen. Wij deden dit per 1 oktober 2022 en ook nog een keer per 1 januari 2023. De AFM heeft op 20 maart 2023 in een brief aan ons kenbaar gemaakt dat wij door u niet voldoende te informeren de wet hebben overtreden.
Wat hadden wij u moeten laten weten?
Sinds 1 juli 2022 mogen van de overheid fondsen besluiten over een verhoging van de pensioenen als zij een beleidsdekkingsgraad hebben van tenminste 105%. Dit in de aanloop naar het nieuwe pensioenstelsel. Bpf Beton voldoet aan deze voorwaarde en maakt er ook gebruik van.
Bpf Beton heeft per 1 oktober 2022 de pensioenen verhoogd. We verhoogden het pensioen van iedereen die bij Bpf Beton pensioen heeft, opbouwt of heeft opgebouwd (en na hun vertrek het pensioen bij ons hebben laten staan).
Wij willen graag dat iedereen (straks) een pensioen krijgt dat zijn waarde houdt. Ook als de prijzen stijgen. Een verhoging past bij dit doel. De afgelopen jaren was verhogen van het pensioen van Bpf Beton niet mogelijk.
Eerlijk voor iedereen?
Bij elk besluit kijken we naar de gevolgen voor alle deelnemers. Is het besluit eerlijk voor iedereen? Dat doen we nu ook. Want de gevolgen van het besluit om de pensioenen te verhogen op 1 oktober 2022 kunnen anders zijn voor verschillende generaties. Jonge mensen ontvangen nog geen pensioen, terwijl oudere mensen het geld nu direct in hun portemonnee krijgen.
We kijken naar het pensioenresultaat al van onze deelnemers op de lange termijn. Daarbij is het verwachte pensioenresultaat voor en na de verhoging met elkaar vergeleken.
Wat zijn de belangrijkste conclusies?
- De verhoging pakt zonder bijzondere economische omstandigheden (de blauwe lijn in het plaatje) gemiddeld genomen positief uit voor ouderen;
- De verhoging pakt zonder bijzondere economische omstandigheden gemiddeld genomen voor jongeren wel positief, maar wat minder positief uit dan in verhouding tot de ouderen.
- Als de economische omstandigheden echt heel slecht uitpakken (de roze lijn in het plaatje), dan is het pensioenresultaat voor medewerkers tot ca 40 jaar licht negatief en voor diegenen die al pensioen ontvangen nog iets positiever. Zij hebben immers de verhoging direct in hun portemonnee.
in één oogopslag ziet dat er voor BPF beton zo uit:
Algemene effecten door de verhoging op 1 oktober 2022
We zien twee effecten op de pensioenen:
- We keren direct meer pensioengeld uit.
Effect: het pensioenvermogen dat we in totaal hebben gaat (iets) omlaag. Gepensioneerden krijgen een hogere uitkering. Zij krijgen meer pensioen. Daarom is het effect voor hen positief. Andere deelnemers krijgen ook een verhoging. De verhoging betreft hun opgebouwde pensioen tot 1 oktober 2022. Wel is het zo dat voor hen in de toekomst iets minder geld overblijft om straks een pensioenverhoging van te krijgen. - Binnen ons pensioenvermogen verandert de verhouding tussen het opgebouwde pensioen van mensen die nog niet met pensioen zijn en de pensioenrechten van mensen die al pensioen ontvangen. Het deel voor de gepensioneerden wordt groter en het deel van de deelnemers die nog pensioen opbouwen wordt kleiner.
Effect: als we straks in het nieuwe pensioenstelsel het pensioenvermogen verdelen over individuele pensioenpotten heeft dat invloed.
Hoe zit dat?
De extra verhoging is over al het pensioen dat is opgebouwd tot 1 oktober 2022. Het heeft dus geen invloed op de nieuwe opbouw van de pensioenen tussen 1 oktober 2022 van de verhoging en de datum waarop we overgaan naar het vernieuwde pensioenstelsel. Maar het heeft wel direct invloed op het pensioen voor gepensioneerden. Dat gaat omhoog.
Hoe deze twee effecten precies uitpakken is nu nog niet bekend omdat we dat niet eerder kunnen berekenen dan op het moment dat we overgaan naar het vernieuwde pensioenstelsel.
De verhoging op 1 januari 2023
In november beoordeelde het bestuur of de financiële situatie per 31 oktober 2022 van het fonds het toeliet om de pensioenen per 1 januari 2023 nogmaals te verhogen. Dit vanwege de sterk gestegen inflatie. Als er geen gebruik zou worden gemaakt van de versoepelde regelgeving, dan zouden de pensioenen met 0,73% kunnen worden verhoogd. Mét toepassing van de versoepelde regelgeving zou dit maximaal bijna met 5,5% kunnen. Met dat maximale percentage zou dan de ondergrens van 105% dekkingsgraad worden geraakt. Dat vond het bestuur niet wenselijk met het oog op de aankomende transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Er moeten voldoende middelen zijn om deze omzetting verantwoord te kunnen doen. Een extra buffer helpt daarbij. Een verantwoorde verhoging per 1 januari 2023 kwam uit op 2,5%. De verhoging die onder de versoepelde regelgeving valt is 1,77% (2,5% -/- 0,73%)
Effecten van de verhoging per 1 januari 2023
Alle punten die hierboven bij de verhoging per 1 oktober staan vermeld, gelden ook voor de verhoging per 1 januari 2023. Opnieuw heeft het bestuur gekeken naar de uitkomsten van de haalbaarheidstoets. En ook hier verbetert deze zonder bijzondere economische omstandigheden voor alle leeftijdsgroepen op die voor de allerjongsten na. En voor ouderen weer iets meer dan voor jongeren. Dit is zichtbaar in onderstaand plaatje (blauwe lijn). En ook hier is de uitkomst bij heel slechte economische omstandigheden voor mensen die al met pensioen zijn iets positiever dan voor medewerkers die jonger zijn dan ca 40-50 jaar. Voor hen is het pensioenresultaat op de lange termijn dan in de meeste gevallen licht negatief (roze lijn).
Het fonds vertrouwt erop u met deze informatie een nog beter inzicht te hebben gegeven over de indexaties per 1 oktober 2022 en per 1 januari 2023.